Taalbeleid
Taal
is een erg belangrijk onderdeel op basisschool de Passiebloem. We hebben voor
een taalbeleid gekozen dat aansluit bij de visie die wij dragen als school.
Kinderen moeten zich kunnen ontwikkelen op eigen niveau, eigen tempo en eigen
kwaliteit. Wij willen in ons taalbeleid opnemen dat we het belangrijk vinden
dat iedereen goed de Nederlandse taal beheerst. Dit betekent dus ook dat
bijvoorbeeld de conciërge, de vakdocenten en de directie allemaal even talig
zijn. Komen de docenten er zelf niet uit, dan kunnen ze bij andere
docenten raadplegenom er zo voor de zorgen dat de taal goed wordt gehanteerd. Ook de OR
en de MR moeten natuurlijk het goede voorbeeld geven aan de kinderen. Brieven
die mee worden gegeven aan de kinderen worden eerst gecontroleerd op goed taalgebruik voordat ze
met de kinderen mee gegeven worden.
Dit betekent ook dat de school rijk is aan taal.
We hebben een schoolbibliotheek met een specialist op het gebied van lezen. Die kan
de kinderen begeleiden bij het goed kiezen van boeken. Deze persoon zorgt er
ook voor dat kinderen lezen leuk gaan vinden. Lezen is een ontzettend
belangrijk onderdeel bij ons op school. De schoolbibliotheek en de specialist
moeten de kinderen dus stimuleren om te gaan lezen.
Lezen
Lezen is ook natuurlijk ook belangrijk voor de zaakvakken
die de kinderen vanaf groep 5 krijgen aangeboden. In groep 5 maken ze kennis met
de zaakvakken en daarna krijgen ze de vakken in het pakket. Begrip van lezen is
bij deze vakken noodzakelijk anders volgen de kinderen moeilijker de lessen.
Taal
We vinden alle onderdelen van de taal even
belangrijk op school. De kinderen hebben ze allemaal nodig om hun taal goed te
kunnen ontwikkelen. De verschillende taalgebieden die we aanbieden op onze
school zijn:
- Taal, hierbij
gaan wij uit van de referentiekaders van Meijerink.
Deze referentiekaders zijn wettelijk vastgesteld en zorgen ervoor dat alle kinderen in Nederland bepaalde basisvaardigheden en basiskennis hebben op het gebied van taal op het moment dat zij de school verlaten. Onderdelen van de referentiekaders zijn: mondelinge taalvaardigheid (spreken en luisteren), lezen, schrijven, begrip en taalverzorging.
- Spelling
Deze referentiekaders zijn wettelijk vastgesteld en zorgen ervoor dat alle kinderen in Nederland bepaalde basisvaardigheden en basiskennis hebben op het gebied van taal op het moment dat zij de school verlaten. Onderdelen van de referentiekaders zijn: mondelinge taalvaardigheid (spreken en luisteren), lezen, schrijven, begrip en taalverzorging.
- Spelling
- Woordenschat
- Technisch lezen
- Begrijpend lezen
Voor de eerste drie gebieden hebben we een overkoepelende methode gekozen,
Taal actief. De methode werkt op
drie verschillende niveaus, dit is de reden dat we voor deze methode hebben
gekozen. Alle kinderen kunnen hierdoor vanaf dag één op hun eigen niveau
werken. De drie niveaus zijn onderverdeeld in zwakke, basis, en sterke
leerlingen. De kinderen starten met een beginopdracht. De score bepaalt op welk
niveau elk kind aan de slag gaat. Voor taalbegaafde kinderen heeft Taal actief
een plusboek met uitdagende opdrachten .
Woordenschat
Bij woordenschat zorgt Taal actief ook voor verschillende niveaus.
Iedereen krijgt de basiswoorden die binnen het referentiekader van taal blijft.
Kinderen die al een stapje verder zijn met hun woordenschat krijgen dan ook een
aantal woorden erbij die een stapje moeilijker zijn. Dit geldt eigenlijk ook
voor de kinderen die extra hulp nodig hebben bij woordenschat. De kinderen die
tot deze categorie behoren krijgen dan woorden die wat makkelijker zijn dan de
basiswoorden.
Spelling
Ook bij spelling werken de kinderen op hun eigen niveau. Elke
instructieles eindigt met een oefendictee. Het aantal fouten bepaalt het
niveau waarop de kinderen de volgende les zelfstandig aan de slag gaan. Voor de
sterke spellers zijn er plusbladen. Voor begeleiding van de zwakke spellers is
er, voor elke groep, een map speciale spellingbegeleiding.
Technisch lezen
Voor technisch
lezen hebben we gekozen voor de methode
Veilig leren lezen. Deze methode staat al vele jaren bovenaan op het lijstje
van beste methodes. Kinderen leren dat woorden uit klanken bestaan, uit
grafemen bestaan en dat je nieuwe woorden kunt lezen door klanken en grafemen
aan elkaar te koppelen. Ook deze methode heeft weer aan leren lezen op
verschillende niveaus gedacht. Er wordt gewerkt in bepaalde groepen. Er zijn de
zongroep en de maangroep. De maangroep is eigenlijk het basisniveau en de
zongroep zijn de kinderen die al een volledige letterkennis hebben als ze in
groep 3 komen. Daarnaast is er nog gezorgd voor de sterke en de zwakke lezers.
Voor sterke lezers zijn er de raketmiddelen en voor de zwakke lezers is er de
steraanpak. Het sluit dus volledig aan bij de visie van de school.
Begrijpend lezen
Tot slot hebben we ook nog begrijpend lezen. Hiervoor
hebben we gekozen voor Nieuwsbegrip als methode. Dit is actueel nieuws dat de
kinderen lezen. Het is hierbij de bedoeling dat de kinderen leren begrijpen wat
ze lezen. Het zijn altijd onderwerpen waar de kinderen bij betrokken zijn. Het
nieuws is ook per groep anders. Het is natuurlijk niet handig als een kind uit
groep 4 nieuws krijgt van een kind uit groep 8.
Toetsing
Er zijn verschillende toetsen die we gebruiken op
onze school voor taal. Elke groep krijgt dezelfde soort toets aangeboden,
natuurlijk aangepast op het leerjaar. De kleuters krijgen niet te maken met
deze toetsen omdat zij een ander programma volgen. Dit zijn de toetsen die de
leerlingen maken bij ons op school:
- CITO
- Avi lezen.
- DMT toetsen
- Methodegebonden toetsen
- CITO
- Avi lezen.
- DMT toetsen
- Methodegebonden toetsen
De toetsten worden voor verschillende redenen gebruikt. De methodegebonden toetsen worden gebruikt om te kijken of de leerlingen aan het einde van een bepaalde periode hebben geleerd wat ze moeten weten. Als hieruit volgt dat de leerlingen iets niet hebben begrepen, dan kunnen wij hierop inspelen en de stof nog een keer aanbieden. De CITO toetsen worden afgenomen om te kijken hoe de leerlingen scoren. Hierbij wordt er ook gekeken naar het niveau van de leerling in vergelijking tot het landelijk gemiddelde niveau. Met de vernieuwde versie van de Drie-Minuten-Toets en de nieuwe AVI-toetskaarten kan worden vastgesteld hoe goed leerlingen zijn in technisch lezen en kan worden nagegaan waar eventuele leesproblemen zitten.
Op het moment dat een leerling zwak scoort, kan er een handelingsplan worden
opgesteld. De leerling krijgt dan extra hulp om zijn of haar niveau te
verbeteren.
Verdeling van taal op school.
Wij vinden het in de groepen 3 en 4 erg belangrijk
dat de kinderen veel aan het lezen zijn. In de latere groepen krijgen deze
kinderen ook te maken met de zaakvakken waar lezen een belangrijk aspect is.
Voor de groepen 3 tot en met 8 is dit schema
gemaakt.
Dag
|
Taal
|
Spelling/woordenschat
|
Lezen
|
Maandag
|
60
|
||
Dinsdag
|
40
|
20
|
15
|
Woensdag
|
40
|
20
|
15
|
Donderdag
|
40
|
20
|
15
|
Vrijdag
|
40
|
20
|
15
|
Kleuters
De kleuters
werken niet met een taalmethode. De
kleuters hebben elke dag een activiteit die met taal te maken heeft. Die kan
een kringactiviteit zijn, maar ook bijvoorbeeld een buitenactiviteit. De
kinderen besteden dan veel tijd aan taal. Dit is ongeveer 4 uur in de week.
Deze tijd is buiten het oefenen met leren lezen en beginnende geletterdheid. De
kleuters hebben ook een rijke leeromgeving als het gaat om taal. Overal om hen
heen is taal te zien. Zo wordt het extra gestimuleerd.
Levelwerk
Level werk
is extra werk voor kinderen die snel klaar zijn met het werk in de klas. Er
wordt een speciale hoek voor deze kinderen ingericht waar ze zelfstandig naar
toe kunnen om dit werk te maken. Het level werk is niet alleen gericht op taal
maar ook op spelling en woordenschat. Daarnaast is het ook voor het rekenen
maar dat doen ze als ze eerder klaar zijn met de rekenles. De docent van de
desbetreffende klas zorgt ervoor dat het werk altijd klaar ligt en er altijd
genoeg te doen is voor deze kinderen.
Anderstalige kinderen
Anderstalige kinderen, ook wel de nt2 kinderen genoemd. Die worden gewoon
opgenomen in de klassen met de andere kinderen erbij. We zorgen ervoor dat er
niet teveel van deze kinderen bij elkaar zitten want dan pakken ze de taal
minder snel op. Als een kind dermate achter raakt op het gebied van taal, krijgt
het extra hulp van de IB-er. Dit zal dan een half uur per dag per leerjaar
zijn.
Dyslexie
Op het moment dat een kind veel moeite heeft met
spelling, lezen en soms schrijven en dit wordt gesignaleerd door de leerkracht,
gaat de leerkracht hierover in gesprek met de IB-er. Vervolgens worden er
onderzoeken gedaan om te kijken of het kind dyslexie heeft. Hier op school
hebben we een speciale methode voor kinderen die dyslexie hebben, Pi-spello.
Daarnaast hebben we ook een specialist op school die met deze kinderen aan de
slag gaat. Pi-spello is op een leuke manier het aanleren van de
spellingsregels. Bij Pi-spello wordt het meeste aandacht gegeven aan het
auditieve: het horen van klanken en woorden. Daaraan wordt een regels gekoppeld
aan hoe de kinderen het op moeten schrijven. Dit gebeurt door verschillende
kleurencombinaties. Alle letters en klanken hebben een eigen kleur. Op deze
manier kunnen de kinderen dit beter onthouden.
Tot slot hebben we op onze school 2 specialisten op
het gebied van taal waar iedereen met vragen of problemen terecht kan. Robin
Maquelin is onze taalcoördinator en Florian Nieuwkoop onze dyslexiespecialist.
Bronnen
De
referentiekaders :
http://taalunieversum.org/onderwijs/spelling/downloads/referentiekader_taal_en_rekenen_referentieniveaus.pdf
- De Taal actief methode
- De Pi-spello methode
- Dyslexie : http://www.steunpuntdyslexie.nl/wat-is-dyslexie/
http://taalunieversum.org/onderwijs/spelling/downloads/referentiekader_taal_en_rekenen_referentieniveaus.pdf
- De Taal actief methode
- De Pi-spello methode
- Dyslexie : http://www.steunpuntdyslexie.nl/wat-is-dyslexie/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten