woensdag 20 juni 2012

Toepassingskaart 8 - Taalbeleid op schoolniveau

Twee van onze collega's van de Passiebloem zijn naar de expertbijeenkomsten van taal geweest en hebben hier de informatie gekregen die nodig was voor het schrijven van een inhoudelijk goed taalbeleid. De tekst hieronder, het taalbeleid van de Passiebloem, is terug te vinden op de schoolwebsite.

Taalbeleid
Taal is een erg belangrijk onderdeel op basisschool de Passiebloem. We hebben voor een taalbeleid gekozen dat aansluit bij de visie die wij dragen als school. Kinderen moeten zich kunnen ontwikkelen op eigen niveau, eigen tempo en eigen kwaliteit. Wij willen in ons taalbeleid opnemen dat we het belangrijk vinden dat iedereen goed de Nederlandse taal beheerst. Dit betekent dus ook dat bijvoorbeeld de conciërge, de vakdocenten en de directie allemaal even talig zijn. Komen de docenten er zelf niet uit, dan kunnen ze  bij andere docenten raadplegenom er zo voor de zorgen dat de taal goed wordt gehanteerd. Ook de OR en de MR moeten natuurlijk het goede voorbeeld geven aan de kinderen. Brieven die mee worden gegeven aan de kinderen worden eerst gecontroleerd op goed taalgebruik voordat ze met de kinderen mee gegeven worden.
Dit betekent ook dat de school rijk is aan taal. We hebben een schoolbibliotheek met een specialist op het gebied van lezen. Die kan de kinderen begeleiden bij het goed kiezen van boeken. Deze persoon zorgt er ook voor dat kinderen lezen leuk gaan vinden. Lezen is een ontzettend belangrijk onderdeel bij ons op school. De schoolbibliotheek en de specialist moeten de kinderen dus stimuleren om te gaan lezen.

Lezen
Lezen is ook natuurlijk ook belangrijk voor de zaakvakken die de kinderen vanaf groep 5 krijgen aangeboden. In groep 5 maken ze kennis met de zaakvakken en daarna krijgen ze de vakken in het pakket. Begrip van lezen is bij deze vakken noodzakelijk anders volgen de kinderen moeilijker de lessen.

Taal
We vinden alle onderdelen van de taal even belangrijk op school. De kinderen hebben ze allemaal nodig om hun taal goed te kunnen ontwikkelen. De verschillende taalgebieden die we aanbieden op onze school zijn:
      - Taal, hierbij gaan wij uit van de referentiekaders van Meijerink.
      Deze referentiekaders zijn wettelijk vastgesteld en zorgen ervoor dat alle kinderen in Nederland bepaalde basisvaardigheden en basiskennis hebben op het gebied van taal op het moment dat zij de school verlaten. Onderdelen van de referentiekaders zijn: mondelinge taalvaardigheid (spreken en luisteren), lezen, schrijven, begrip en taalverzorging.

      - Spelling
      - Woordenschat
      - Technisch lezen
      - Begrijpend lezen
Voor de eerste drie gebieden hebben we een overkoepelende methode gekozen, Taal actief. De methode werkt op drie verschillende niveaus, dit is de reden dat we voor deze methode hebben gekozen. Alle kinderen kunnen hierdoor vanaf dag één op hun eigen niveau werken. De drie niveaus zijn onderverdeeld in zwakke, basis, en sterke leerlingen. De kinderen starten met een beginopdracht. De score bepaalt op welk niveau elk kind aan de slag gaat. Voor taalbegaafde kinderen heeft Taal actief een plusboek met uitdagende opdrachten .

Woordenschat
Bij woordenschat zorgt Taal actief ook voor verschillende niveaus. Iedereen krijgt de basiswoorden die binnen het referentiekader van taal blijft. Kinderen die al een stapje verder zijn met hun woordenschat krijgen dan ook een aantal woorden erbij die een stapje moeilijker zijn. Dit geldt eigenlijk ook voor de kinderen die extra hulp nodig hebben bij woordenschat. De kinderen die tot deze categorie behoren krijgen dan woorden die wat makkelijker zijn dan de basiswoorden.

Spelling
Ook bij spelling werken de kinderen op hun eigen niveau. Elke instructieles eindigt met een oefendictee. Het aantal fouten bepaalt het niveau waarop de kinderen de volgende les zelfstandig aan de slag gaan. Voor de sterke spellers zijn er plusbladen. Voor begeleiding van de zwakke spellers is er, voor elke groep, een map speciale spellingbegeleiding.

Technisch lezen
Voor technisch lezen hebben we gekozen voor de methode Veilig leren lezen. Deze methode staat al vele jaren bovenaan op het lijstje van beste methodes. Kinderen leren dat woorden uit klanken bestaan, uit grafemen bestaan en dat je nieuwe woorden kunt lezen door klanken en grafemen aan elkaar te koppelen. Ook deze methode heeft weer aan leren lezen op verschillende niveaus gedacht. Er wordt gewerkt in bepaalde groepen. Er zijn de zongroep en de maangroep. De maangroep is eigenlijk het basisniveau en de zongroep zijn de kinderen die al een volledige letterkennis hebben als ze in groep 3 komen. Daarnaast is er nog gezorgd voor de sterke en de zwakke lezers. Voor sterke lezers zijn er de raketmiddelen en voor de zwakke lezers is er de steraanpak. Het sluit dus volledig aan bij de visie van de school.

Begrijpend lezen
Tot slot hebben we ook nog begrijpend lezen. Hiervoor hebben we gekozen voor Nieuwsbegrip als methode. Dit is actueel nieuws dat de kinderen lezen. Het is hierbij de bedoeling dat de kinderen leren begrijpen wat ze lezen. Het zijn altijd onderwerpen waar de kinderen bij betrokken zijn. Het nieuws is ook per groep anders. Het is natuurlijk niet handig als een kind uit groep 4 nieuws krijgt van een kind uit groep 8.

Toetsing
Er zijn verschillende toetsen die we gebruiken op onze school voor taal. Elke groep krijgt dezelfde soort toets aangeboden, natuurlijk aangepast op het leerjaar. De kleuters krijgen niet te maken met deze toetsen omdat zij een ander programma volgen. Dit zijn de toetsen die de leerlingen maken bij ons op school:
 - CITO
 - Avi lezen.
- DMT toetsen
- Methodegebonden toetsen

De toetsten worden voor verschillende redenen gebruikt. De methodegebonden toetsen worden gebruikt om te kijken of de leerlingen aan het einde van een bepaalde periode hebben geleerd wat ze moeten weten. Als hieruit volgt dat de leerlingen iets niet hebben begrepen, dan kunnen wij hierop inspelen en de stof nog een keer aanbieden. De CITO toetsen worden afgenomen om te kijken hoe de leerlingen scoren. Hierbij wordt er ook gekeken naar het niveau van de leerling in vergelijking tot het landelijk gemiddelde niveau. Met de vernieuwde versie van de Drie-Minuten-Toets en de nieuwe AVI-toetskaarten kan worden vastgesteld hoe goed leerlingen zijn in technisch lezen en kan worden nagegaan waar eventuele leesproblemen zitten.
Op het moment dat een leerling zwak scoort, kan er een handelingsplan worden opgesteld. De leerling krijgt dan extra hulp om zijn of haar niveau te verbeteren.

Verdeling van taal op school.
Wij vinden het in de groepen 3 en 4 erg belangrijk dat de kinderen veel aan het lezen zijn. In de latere groepen krijgen deze kinderen ook te maken met de zaakvakken waar lezen een belangrijk aspect is.
Voor de groepen 3 tot en met 8 is dit schema gemaakt.

Dag
Taal
Spelling/woordenschat
Lezen
Maandag
60
Dinsdag
40
20
15
Woensdag
40
20
15
Donderdag
40
20
15
Vrijdag
40
20
15

Kleuters
De kleuters werken niet met een taalmethode.  De kleuters hebben elke dag een activiteit die met taal te maken heeft. Die kan een kringactiviteit zijn, maar ook bijvoorbeeld een buitenactiviteit. De kinderen besteden dan veel tijd aan taal. Dit is ongeveer 4 uur in de week. Deze tijd is buiten het oefenen met leren lezen en beginnende geletterdheid. De kleuters hebben ook een rijke leeromgeving als het gaat om taal. Overal om hen heen is taal te zien. Zo wordt het extra gestimuleerd.

Levelwerk
Level werk is extra werk voor kinderen die snel klaar zijn met het werk in de klas. Er wordt een speciale hoek voor deze kinderen ingericht waar ze zelfstandig naar toe kunnen om dit werk te maken. Het level werk is niet alleen gericht op taal maar ook op spelling en woordenschat. Daarnaast is het ook voor het rekenen maar dat doen ze als ze eerder klaar zijn met de rekenles. De docent van de desbetreffende klas zorgt ervoor dat het werk altijd klaar ligt en er altijd genoeg te doen is voor deze kinderen.

Anderstalige kinderen
Anderstalige kinderen, ook wel de nt2 kinderen genoemd. Die worden gewoon opgenomen in de klassen met de andere kinderen erbij. We zorgen ervoor dat er niet teveel van deze kinderen bij elkaar zitten want dan pakken ze de taal minder snel op. Als een kind dermate achter raakt op het gebied van taal, krijgt het extra hulp van de IB-er. Dit zal dan een half uur per dag per leerjaar zijn.

Dyslexie
Op het moment dat een kind veel moeite heeft met spelling, lezen en soms schrijven en dit wordt gesignaleerd door de leerkracht, gaat de leerkracht hierover in gesprek met de IB-er. Vervolgens worden er onderzoeken gedaan om te kijken of het kind dyslexie heeft. Hier op school hebben we een speciale methode voor kinderen die dyslexie hebben, Pi-spello. Daarnaast hebben we ook een specialist op school die met deze kinderen aan de slag gaat. Pi-spello is op een leuke manier het aanleren van de spellingsregels. Bij Pi-spello wordt het meeste aandacht gegeven aan het auditieve: het horen van klanken en woorden. Daaraan wordt een regels gekoppeld aan hoe de kinderen het op moeten schrijven. Dit gebeurt door verschillende kleurencombinaties. Alle letters en klanken hebben een eigen kleur. Op deze manier kunnen de kinderen dit beter onthouden.
Tot slot hebben we op onze school 2 specialisten op het gebied van taal waar iedereen met vragen of problemen terecht kan. Robin Maquelin is onze taalcoördinator en Florian Nieuwkoop onze dyslexiespecialist.

Bronnen
De referentiekaders :
http://taalunieversum.org/onderwijs/spelling/downloads/referentiekader_taal_en_rekenen_referentieniveaus.pdf

- De Taal actief methode
- De Pi-spello methode
- Dyslexie :  http://www.steunpuntdyslexie.nl/wat-is-dyslexie/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten